Annie, bijna 78
Toen ik 5 was ging ik naar de kleuterschool, we waren toen net verhuisd dus ik kende niemand.
Ik speelde veel met 3 jongetjes die bij ons in het streekje woonden. Een ervan was mijn neefje, we woonden met veel familie vlak bij elkaar.
’s Morgens werden we met z’n vieren naar school gebracht, in Beilen. Ik herinner me niet dat we opgehaald werden. Als kinderen fietsten we samen naar huis, dat kon toen nog.
Er was 1 obstakel onderweg: de handkar van de melkboer. Daar zijn we vaak tegenaan gebotst als de melkboer weer eens ergens stond te kletsen.
Met die 3 jongens, en later ook wel een meisje, speelde ik tot het einde van de lagere school. We waren veel buiten. ’s Zomers, als de koeien in de wei liepen, speelden we in de stal. Daar bouwden we een huisje dat dan lang mocht blijven staan.
Het was een mooie onbezorgde tijd en mijn mooiste herinneringen heb ik toch echt aan de kleuterschool. Daar mocht je spelen en moest niet zo veel als op ‘de grote school’.
Ik was toen al altijd bezig: knutselen, knippen, plakken. Het leuke is dat ik zie dat mijn kleinkinderen nog met dezelfde werkjes van school zie komen als ik toen ik zo oud was.
Ik ben niet veranderd: ik ben altijd bezig en ik knutsel nog steeds graag, zit graag met mijn handen in de grond in de tuin.
Ik hoop dat ik dat nog lang kan blijven doen: “Je moet niet gaan zitten. Doorgaan!”
Uit: inZicht 2.1 – het magazine